Vissen zijn voor hun welzijn volledig afhankelijk van het water waarin ze leven. Plotselinge vissterfte in de vijver, zeker als het meerde vissen gelijktijdig betreft, kan dan ook wijzen op een probleem met het vijverwater. In dit artikel uit de reeks 'vijverproblemen oplossen' bekijken we wat je kunt doen, om vissterfte in de vijver te voorkomen.
Oorzaken vissterfte in de vijver
Net als andere dieren hebben vissen niet het eeuwige leven. Als er af en toe een vis doodgaat in je vijver, is dat dan ook niet direct reden tot zorg. Dit wordt anders, als er sprake is van plotseling sterven van meerdere vissen tegelijk. Het is dan altijd belangrijk, om te achterhalen wat de oorzaak van de vissterfte in de vijver is. Hieronder lees je de meest voorkomende oorzaken.
Zuurstofgebrek
Vissen hebben zuurstof nodig. Deze halen ze uit het vijverwater. Wanneer het vijverwater te weinig zuurstof bevat, kunnen vissen doodgaan. Zuurstofgebrek leidt tot plotselinge vissterfte in de vijver. Wanneer vissen door zuurstofgebrek doodgaan, herken je dit als volgt:
- De dode vissen hebben geen zichtbare verwondingen, zweren of ingescheurde vinnen.
- De vissen in de vijver zijn vooraf vaak loom of happen zichtbaar naar zuurstof.
- Vissterfte in de vijver door zuurstofgebrek treedt bijna altijd op bij warm weer. Warm vijverwater kan minder zuurstof bevatten, terwijl de behoefte van de vissen aan zuurstof juist groter is bij warm weer.
- Het zuurstofgehalte van een vijver is net voor zonsopkomst het laagst. Daarom vindt vissterfte door zuurstofgebrek vaak in de vroege ochtend plaats.
Wanneer je merkt dat het zuurstofgehalte van je vijver terugloopt, moet je direct ingrijpen. Je kunt de volgende maatregelen nemen:
- Zuurstofpomp plaatsen in de vijver.
- Vijver met tuinslang besproeien. Hiermee meng je zuurstof in de vijver.
- Zorgen voor zoveel mogelijk watercirculatie.
- Zorgen voor schaduw in de vijver.
Vissterfte door infectie
Een tweede mogelijk oorzaak van vissterfte in de vijver is een besmettelijke infectie. Kenmerk hiervan is, dat de (dode) vissen meestal duidelijk zichtbare afwijkingen vertonen. Dit kunnen zijn:
- zweren of schimmelplekken;
- ingescheurde vinnen en staart;
- een opgezette buik;
- parasieten tussen de schubben of in de kieuwen.
Ook aan het gedrag van de vissen kun je soms zien, dat ze ziek zijn. Ze hebben moeite met rechtuit zwemmen, ze eten niet of schuren met hun flank ergens langs.
Een infectie kan vooral toeslaan en voor vissterfte in de vijver zorgen, als de weerstand van de vissen laag is. Dit wordt weer veroorzaakt door:
- te veel vissen in de vijver;
- vissen zijn verzwakt na strenge vorst of warme periode (zuurstofgebrek);
- veel nieuwe vissen ineens, verzwakt door transport en bijkomende stress;
- slechte waterkwaliteit, te voedselrijk water.
Er bestaan visgeneesmiddelen tegen infectieziekten, die je aan het water toevoegt. De kans op genezing is helaas niet erg groot. Deze middelen werken het best, als je de zieke vissen eerst in een aparte bak zet (uit de zon) en het middel in dit kleinere watervolume toepast.
Wanneer er veel vissen zijn doodgegaan door een infectieziekte, is het verstandig om minstens enkele weken te wachten met het uitzetten van nieuwe vissen.
Vissterfte door bezoek reiger
Ook een reiger kan voor vissterfte in de vijver zorgen. Dit geldt natuurlijk voor de vissen die de reiger vangt en opeet, maar ook de andere vissen kunnen door de stress en eventuele verwondingen later alsnog sterven. In het artikel 'een reiger uit de vijver houden' lees je tips, hoe je de reiger zo veel mogelijk bij je vijver vandaan houdt.
Vissterfte in de vijver voorkomen
Vissterfte in de vijver is erg vervelend. Het liefst wil je natuurlijk, dat de vissen gezond blijven. Met onderstaande tips houd je je vijver en de vissen hierin, gezond.
Veel zuurstofplanten
Zuurstofplanten voorzien het vijverwater van zuurstof. Dit is de eerste levensbehoefte van de vissen. Zorg daarom voor veel zuurstofplanten in de vijver, het liefst ook verschillende soorten.
Niet te veel vissen
Vissen belasten het vijvermilieu. Hun uitwerpselen maken het vijverwater voedselrijker. Te veel vissen in de vijver verlagen dus de kwaliteit van het vijverwater. Houd het aantal vissen dat je in de vijver uitzet, daarom beperkt. Dit verkleint de kans op infectieziekten. Als richtlijn kun je aanhouden, dat je ongeveer 20 cm vislengte per 1.000 liter water in de vijver kunt hebben.
Niet te veel voeren
Ook vissenvoer komt uiteindelijk als afval in het vijverwater terecht. Vissen hoeven niet elke dag gevoerd te worden. Als je bovenstaande richtlijn voor het aantal vissen in de vijver aanhoudt, is het voldoende om de vissen af en toe bij te voeren. Voor de rest leven de vissen dan van larfjes, insecten en plantdeeltjes.
Hard vijverwater
Ook hard vijverwater helpt vissen in de vijver gezond te houden. In hard vijverwater worden afvalstoffen effectiever afgebroken door bacteriën. Ook de groei van zuurstofplanten, en daarmee dus de zuurstofvoorziening van de vijver, vereisen hard water. Verhoog daarom af en toe de waterhardheid.
Meer informatie over vissen in de vijver lees je via de link.
