Als je al een vijver in je tuin hebt, dan weet je waarschijnlijk al het één en ander over het onderhoud hiervan. Toch zijn er veel zaken, die zelfs bij de meest doorgewinterde vijverliefhebber nog wel eens mis gaan. In de reeks artikelen ‘Tips voor de vijver’ lees je een aantal superhandige tips, die je helpen het onderhoud aan je vijver nog beter uit te voeren. In dit artikel: draadalgen tegengaan en vissen voeren.
Draadalgen tegengaan
Draadalgen kun je beschouwen als onkruid in de vijver. Net als in een gewone tuin zul je dit niet volledig kunnen voorkomen, maar je kunt wel maatregelen nemen die ervoor zorgen dat de vijver niet volledig overwoekerd wordt door draadalgen. In deze tip lees je, hoe je draadalgen tegengaan kunt aanpakken.
Draadalgen zijn eigenlijk geen algen, maar wieren. Een wier is een primitieve plantensoort, die maar weinig eisen stelt aan de omgeving waarin hij groeit. Dit is meteen ook de reden, dat draadalgen in bijna alle vijvers wel in meer of mindere mate voorkomen.
Groei van algen is echter alleen mogelijk, als het vijverwater overtollige voedingsstoffen (fosfaten) bevat. In de ideale situatie worden alle voedingsstoffen in de vijver opgenomen door de zuurstofplanten. Er blijft dan niets meer over voor de groei van algen. Hieruit blijkt al, dat bij het tegengaan van draadalgen de zuurstofplanten in de vijver een belangrijke rol spelen.
Uitgangspunt is dan ook, dat je in de vijver zoveel zuurstofplanten plaatst, dat deze alle voedingsstoffen uit het vijverwater kunnen opnemen. Dit zal de groei van draadalgen al aanzienlijk remmen. Toch zie je zelfs in een perfect aangeplante vijver nog regelmatig groei van draadalgen. Er is dan toch sprake van een (tijdelijk) overschot van voedingsstoffen zoals fosfaat.
Draadalgen stellen, zoals gezegd, lagere eisen voor hun groei dan zuurstofplanten. Dit betekent ook, dat in het voorjaar de groei van draadalgen in de vijver eerder op gang komt en dat de draadalgen in het najaar juist wat langer doorgroeien. In deze periodes van het jaar is de vijver dus extra gevoelig voor draadalgen.
Een goede tip is dan ook, de vijver in zowel het voorjaar als het najaar te behandelen met een fosfaatbinder. Deze verlaagt het fosfaatgehalte van het vijverwater. Dit gaat de groei van draadalgen tegen. Wanneer je dit combineert met een verhoging van de waterhardheid, zorg je meteen dat de groeicondities voor de zuurstofplanten optimaal zijn. Op deze manier winnen de zuurstofplanten de concurrentieslag met de draadalgen en kun je dus op een eenvoudige manier draadalgen tegengaan in de vijver.
Vissen in de vijver voeren
Vissen voeren is een leuke bezigheid voor de vijverbezitter. Het is wel aan te raden om dit op een goede manier te doen. Te veel voeren leidt namelijk tot te voedselrijk water, met alggroei als gevolg. Vissen zijn koudbloedig en hebben daarom een andere stofwisseling dan bijvoorbeeld zoogdieren en vogels. Als de watertemperatuur beneden de acht graden daalt, komt de stofwisseling van de vissen bijna volledig stil te liggen. Voeren is vanaf dat moment niet meer nodig. Bedenk dat tijdens het groeiseizoen vijvervissen ook op eigen houtje eten bij elkaar kunnen scharrelen. Het gaat dan om insectenlarven, algen, plantenresten en dergelijke die ze in de vijver vinden. Het voeren van vissen moet je dan ook meer zien als bijvoeren.